Op Prinsjesdag zijn de plannen voor 2026 en 2027 gepresenteerd. In deze nieuwsbrief zetten we de belangrijkste veranderingen voor je op een rij – en vooral: wat dit concreet betekent voor jou als werkgever of ondernemer.
Belasting- en premieontwikkelingen: wat betekent dit voor jouw organisatie?
Per 1 januari wijzigen diverse belastingtarieven en premies. Deze aanpassingen kunnen gevolgen hebben voor zowel de nettolonen van medewerkers als de loonkosten voor werkgevers.
- Inkomstenbelasting
Het tarief in de eerste schijf daalt naar 35,70%, waardoor medewerkers met een lager inkomen netto meer overhouden.
Tegelijkertijd stijgt het tarief in de tweede schijf naar 37,56%, wat leidt tot een hogere belastingdruk voor middeninkomens. - Arbeidskorting
De maximale arbeidskorting stijgt naar € 5.712, wat resulteert in een hoger nettoloon voor werkenden. - Algemene heffingskorting
Deze stijgt naar € 3.115, wat een extra belastingvoordeel oplevert voor vrijwel alle belastingplichtigen. - Zorgverzekeringswet (ZVW)
De werkgeversheffing daalt naar 6,07%, wat leidt tot lagere loonkosten per werknemer. - Premies werknemersverzekeringen
De Aof-premie wordt iets verlaagd, terwijl de Whk-premie licht stijgt. Deze wijzigingen kunnen per saldo invloed hebben op de totale loonkosten.
Auto van de zaak: fiscale wijziging vanaf 2027
Vanaf 2027 wordt een extra belasting van 52% geheven over de bijtelling van auto’s met CO₂-uitstoot. Dit komt neer op circa 12% van de cataloguswaarde.
Niet-elektrische leaseauto’s worden hierdoor aanzienlijk duurder. Het is raadzaam om tijdig te anticiperen op deze wijziging, bijvoorbeeld door het wagenpark te verduurzamen of het mobiliteitsbeleid te herzien.
De fiscale bijtelling voor elektrische auto’s waarvan de eerste tenaamstelling in 2026 plaatsvind gaat naar 22%. Tip: elektrische auto’s die nog in 2025 op naam gezet worden vallen nog 5 jaar onder de lagere bijtelling.
Regelingen en subsidies: kansen en aandachtspunten voor werkgevers
Er zijn ook wijzigingen aangekondigd in diverse regelingen en subsidies die van invloed kunnen zijn op uw personeelsbeleid:
- Loonkostenvoordeel oudere werknemer vervalt (2026)
Het loonkostenvoordeel (LKV) voor het aannemen van werknemers van 56 jaar en ouder komt te vervallen. Dit kan de financiële stimulans om oudere werknemers aan te nemen verminderen. - Banenafspraak wordt structureel en eenvoudiger
De regeling voor het aannemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt wordt structureel en administratief vereenvoudigd. Dit biedt meer zekerheid en minder regeldruk voor werkgevers die sociaal willen ondernemen. - SLIM-subsidie blijft beschikbaar
Werkgevers kunnen blijven investeren in scholing en ontwikkeling via de SLIM-subsidie, met een maximale bijdrage van € 25.000 per bedrijf.
Mobiliteit en thuiswerken: minder verplichtingen, hogere vergoedingen
Ook op het gebied van mobiliteit en hybride werken zijn er wijzigingen die van belang zijn voor werkgevers.
- Rapportageverplichting vervalt voor MKB
Werkgevers met minder dan 250 medewerkers hoeven vanaf 2026 geen woon-werkverkeer meer te rapporteren.
Dit verlaagt de administratieve lasten en biedt meer ruimte voor maatwerk in mobiliteitsbeleid. - Thuiswerkvergoeding stijgt naar € 2,45 per dag
De onbelaste thuiswerkvergoeding wordt verhoogd naar € 2,45 per dag.
Werkgevers kunnen dit bedrag belastingvrij vergoeden, wat tegemoetkomt aan de kosten die werknemers maken bij thuiswerken.
Minimumloon en jeugdloon: hogere lonen, hogere kosten
Er zijn ook wijzigingen aangekondigd in het wettelijk minimumloon en het jeugdloon. Deze hebben directe impact op de loonkosten.
- Minimumuurloon stijgt in 2026 naar circa € 14,71
Werknemers met een minimumloon gaan meer verdienen. Voor werkgevers betekent dit een stijging van de loonkosten, vooral in sectoren met veel minimumloonfuncties. - Jeugdloon stijgt vanaf 2027
Jongeren van 16 tot en met 20 jaar gaan meer verdienen. Dit maakt werken aantrekkelijker voor jongeren, maar verhoogt de loonkosten voor werkgevers met veel jong personeel.
Arbeidsrecht en vergoedingen: belangrijke wijzigingen op komst
Er zijn ook veranderingen aangekondigd op het gebied van arbeidsrecht, pensioen en verlof.
- Transitievergoeding bij langdurige ziekte
Vanaf juli 2026 krijgen alleen kleine werkgevers nog compensatie voor de transitievergoeding bij ontslag na langdurige ziekte. Grote werkgevers dragen deze kosten volledig zelf. - RVU-regeling wordt structureel
De regeling voor vervroegde uittreding wordt structureel en het vrijstellingsbedrag wordt verhoogd. Dit maakt het voor werknemers met zwaar werk eenvoudiger om eerder te stoppen. - Vereenvoudiging verlofstelsel per juli 2027
Het verlofstelsel wordt overzichtelijker en minder complex, wat de administratieve verwerking vereenvoudigt. - Bedrag ineens bij pensioen uitgesteld
De mogelijkheid om een deel van het pensioen in één keer op te nemen is uitgesteld tot 1 juli 2026.
Ziekte en arbeidsongeschiktheid: focus op inzetbaarheid
Ook op het gebied van langdurige ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn er hervormingen aangekondigd.
- WIA-hervorming
De nadruk komt meer te liggen op wat werknemers nog wél kunnen, in plaats van alleen op hun beperkingen. Dit moet leiden tot meer kansen op werk en re-integratie. - Re-integratie tweede spoor uitgesteld tot 2030
Werkgevers hoeven voorlopig niet direct te starten met re-integratie buiten de eigen organisatie. Dit geeft meer ruimte om intern naar oplossingen te zoeken.
Internationale werknemers: wijzigingen in de ETK-regeling
Voor werkgevers met internationale medewerkers verandert de fiscale behandeling van vergoedingen.
- ETK-regeling wordt aangescherpt
Kosten zoals nutsvoorzieningen en privételefoongesprekken mogen niet langer belastingvrij worden vergoed. Internationale werknemers houden hierdoor netto minder over, en werkgevers kunnen minder aantrekkelijk vergoeden. Houd hier rekening mee bij het opstellen of verlengen van arbeidsvoorwaarden.