
Minister Paul van Gennip (SZW) heeft de contouren geschetst van het nieuwe, vereenvoudigde verlofstelsel. Dit stelsel wordt opgebouwd rond drie pijlers: verlof voor de zorg rond kinderen, verlof voor de zorg voor naasten, en persoonlijk verlof. Het doel is om de bestaande verlofregelingen overzichtelijker en toegankelijker te maken, zonder dat dit ten koste gaat van de maximale betalingshoogte of verlofduur.
Binnen de eerste pijler vallen regelingen zoals zwangerschapsverlof, bevallingsverlof, ouderschapsverlof en adoptieverlof. De opnametermijnen van deze regelingen worden zoveel mogelijk gelijkgetrokken tot zes maanden na de komst van het kind. Ook wordt de aanvraagprocedure geharmoniseerd: werknemers moeten hun verlofwens uiterlijk zes weken van tevoren melden. Het extra bevallingsverlof wordt hervormd tot een vast recht op tien weken na de uitgerekende datum, ongeacht ziekenhuisopname van het kind. Dit biedt duidelijkheid en vermindert administratieve lasten.
Voor zelfstandigen wordt het urencriterium bij de ZEZ-uitkering afgeschaft. In plaats daarvan wordt gekeken naar het inkomen, zodat de regeling beter aansluit bij de praktijk en het VN-Vrouwenverdrag.
De tweede pijler omvat verlof voor de zorg voor naasten. Kortdurend en langdurend zorgverlof worden samengevoegd tot één regeling van acht weken. De eerste twee weken zijn betaald tegen zeventig procent van het loon, met een minimum van het wettelijk minimumloon. De overige zes weken blijven onbetaald. Dit verlof kan breder worden ingezet, bijvoorbeeld voor palliatieve zorg of hulp aan een hulpbehoevende buur.
De derde pijler betreft persoonlijk verlof, bedoeld voor situaties waarin werk tijdelijk niet mogelijk is door persoonlijke omstandigheden. Denk aan calamiteiten, kort verzuim of rouw. Binnen deze pijler is ruimte voor maatwerk en decentrale afspraken via cao’s. In de toekomst kunnen ook nieuwe verlofvormen zoals rouwverlof of transitieverlof hieraan worden toegevoegd.
Het streven is om het wetsvoorstel per 1 juli 2027 in werking te laten treden. Voor het einde van dit jaar wordt een conceptwetsvoorstel verwacht, gevolgd door consultaties en een uitvoeringstoets door UWV. Ook start deze maand de evaluatie van het betaald ouderschapsverlof, waarvan de uitkomsten in de eerste helft van 2026 worden gedeeld met de Tweede Kamer.
